Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

Opname accommodatie

KC22-009 15 februari 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Klachtnummr : KC22-009
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 4 februari 2022
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 14 februari 2022
Datum uitspraak  : 16 februari 2022

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klager] (klager)

[patiëntenvertrouwenspersoon] (PVP)

 

[verweerster] (verweerster)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[psychiater] (psychiater)  `

[lid] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Klacht

  1. Medicatie
  2. Klinische opname

  

Procesverloop

De commissie heeft op 4 februari 2022 een klacht ontvangen over medicatie en de opnameduur als onderdeel van de verplichte zorg. Op 7 februari zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 11 februari 2022 doorgestuurd naar partijen.   

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 14 februari 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 17 februari 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.      

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Medische verklaring d.d. 21-12-2021 en 10-1-2022;

-           Beslissing tijdelijke VZ d.d. 27-1-2022;

-           Pr 22. Beslissing verlenen VZ d.d. 21-12-2021 en 28-1-2022;

-           Pr 23 Infobrief VZ d.d. 23-12-2021 en 31-1-2022;

-           Pr 27 infobrief VZ d.d. 28-1-2022;

-           Bevindingen GD d.d. 10-1-2022;

-           Crisismaatregel d.d. 21-12-2021, voortzetting CM d.d. 24-12-2021;

-           Zorgmachtiging d.d. 28-1-2022;

-           Zorgplan;

-           Decursus periode 27-1-2022 t/m 9-2-2022;

-           Rapportage VPK 27-1-2022 t/m 8-2-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat klachten tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klachten hebben betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 17 februari 2022.

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend met schizofrenie en een autisme spectrumstoornis.

Op 28 januari 2022 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden.

 

Standpunten van partijen

Tijdens de hoorzitting verklaart klager dat hij onterecht is opgenomen. Tijdens zijn verblijf in het buitenland is hij in [land] onderzocht in een kliniek. Daar was de conclusie dat er niet veel met klager aan de hand was. Dat hij geen probleem vormde voor zichzelf en anderen. De politie is toen ook gestopt met de zoektocht naar klager. In [land] werd klager geadviseerd om voor een second opinion naar een grote stad te gaan maar voordat hij dat kon doen werd hij opgepakt door de marechaussee vanwege afwijkend gedrag. Er was geen sprake van vreemd gedrag aldus klager. Hij vermoedt dat het komt omdat hij met zijn ouders had gebeld. Het contact met hen is niet goed geeft hij aan.  

PVP benadrukt dat er geen sprake kan zijn van verplichte medicatie als het gevaarscriterium niet van toepassing is. Voor klager is het niet duidelijk wat de reden van opname is. Dit is blijkbaar niet duidelijk met hem gecommuniceerd.  

 

Verweerster vervangt de behandelaar van klager maar is bekend met klager en dit verhaal. Klager is ervan overtuigd dat er geen sprake is van enig psychiatrisch toestandsbeeld. Verweerster ziet een man die 1,5 jaar aan het reizen is geweest en zich heeft onttrokken aan zorg in mei 2020. Onlangs is hij teruggekomen. ‘Wij hebben toen getracht de behandeling te starten. Klager wil hier echter niet aan meewerken’ aldus verweerster. Zo heeft hij een stoel door de ruit gegooid. Er is curatorschap uitgesproken omdat klager keuzes niet kan overzien. Er is sprake van een psychotisch toestandsbeeld en van desorganisatie. Klager denkt dat zijn telefoon gehackt wordt. Door de medische behandeling is hij beter in contact met anderen. Zijn  ouders hebben aangifte van bedreiging gedaan. Verweerster acht het noodzakelijk om klager in het kader van verplichte zorg te behandelen.

 

De voorzitter constateert dat er geen actuele machtiging is meegestuurd met het verweer. Verweerster meldt dat er op 28 januari een zorgmachtiging is afgegeven voor 6 maanden. Zij zal deze nog nazenden.  

PVP vraagt zich af of er in die 1,5 jaar buitenland meldingen zijn geweest waaruit op te maken was dat het niet goed ging met klager? Verweerster antwoordt dat zij daar geen zicht op heeft nu die meldingen niet bij de zorginstelling terecht komen. Wel weet ze dat klager ook in [land] een periode is opgenomen alleen is er besloten niet over te gaan tot overplaatsing naar Nederland. Toen klager weer in Nederland was heeft een buschauffeur wel melding gemaakt van verward gedrag. Ook geeft zij aan dat klager in die periode van 1,5 jaar veel contact zocht met oude contacten van de laatste afdeling waar hij was opgenomen. Uit die informatie was een beeld van psychische decompensatie en preoccupatie af te leiden aldus verweerster.  

 

Klager bevestigt nogmaals dat hij het niet eens is met dit beeld. Hij heeft in [landen] alleen COVID testen gedaan. Die heeft hij ook zelf bekostigd. Verder geen zorg gebruikt. Als er problemen waren geweest dan zou dit doorgegeven zijn aan Nederland. Klager vertelt dat hij bijna zijn artsendiploma had gehaald. Hij kreeg ruzie en moest toen weg. Toen kon hij alleen het theoretische deel van de studie afmaken. Hij betreurt dat. ‘Ik steggel vaak wat in de medische wereld’ aldus klager. Soms maak ik mensen boos omdat ik het beter weet. En dat is dan vervelend voor anderen.

De klinische opname in [land] kwam omdat de politie een signalement had gekregen van iemand die vermist was. Ze dachten dat ik het was. Ik was toen in [plaatsnaam] en werd opgepakt en in een cel geplaatst. Klager is toen, aldus eigen zeggen, overgeplaatst naar een instelling in [plaatsnaam] en na 4 weken weer ontslagen.

 

De commissie geeft aan dat in het dossier staat dat klager soms suïcidale gedachten heeft en wil stoppen met eten en drinken als hij medicatie moet innemen. Klager beaamt dit maar is van mening dat hij geen gevaar is voor zichzelf omdat hij alles in overleg doet. Hij heeft telefonisch contact gezocht met het expertisecentrum euthanasie. Ook geeft klager aan dat hij nu niet zal weglopen uit de kliniek omdat hij geen geld heeft en dingen ook wil uitpraten.

 

           

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klachten zijn gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz zijn de klachten ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging in het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man bekend met autisme, schizofreniestoornis en psychotische kwetsbaarheid. Klager herkent zichzelf niet in dit beeld. Klager wil geen verplichte medicatie en geen opname. Klager vindt zijn behandeling geheel onterecht. Klager wil de zorg afbouwen naar geheel geen behandeling. In het buitenland gaat het volgens klager goed. 

Verweerder vindt behandeling noodzakelijk gezien het ernstig nadeel voor klager. Klager is ondervoed, dakloos, suïcidaal en soms agressief richting derden. Het is van belang dat klager opgenomen blijft, medicatie krijgt, onder toezicht staat en ingesloten is, gezien het risico op vluchten naar het buitenland, suïcide en agressie naar anderen. Klager weigert medicatie en gaat stoppen met eten en drinken wanneer verplichte zorg met medicatie toegepast wordt.

Alternatieven zijn er op dit moment niet.

 

De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend en zorgvuldig kwalificeren. Uit het dossier blijkt dat klager lijdt aan schizofrenie, suïcidale uitspraken doet, niet ambulant behandeld wil worden, vluchtgevaarlijk is en agressief naar zijn omgeving. Klager weigert medewerking aan alle vormen van verplichte zorg en dat maakt dat verplichte medicatie, opname, insluiting en toezicht verdedigbaar zijn om ernstig nadeel bij klager te voorkomen. Verweerder heeft gekeken naar doelmatigheid, subsidiariteit, veiligheid en alternatieven. 

De verplichte medicatie is veilig en een juiste en zorgvuldige behandelmethode om het ernstig nadeel te beperken. De opname is verdedigbaar om het ernstig nadeel te beperken, behandelmogelijkheden te kunnen inzetten en vluchten te voorkomen.

De opname van klager acht de commissie nodig om behandelopties te kunnen toepassen, gezien zijn vlucht gedrag.

 

Aan alle formele vereisten is voldaan. De verplichte zorg is besproken met klager inclusief de schriftelijke uitreiking op 31 januari 2022. De zorgmachtiging is nagezonden op 14 februari 2022.

 

Op basis van bovengenoemde gronden acht de klachtencommissie de klachten ongegrond.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klachten ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [locatie], 16 februari 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5